/0/13387/coverbig.jpg?v=6d407b305c364cff49630b4f3119e6eb)
Aftocht.
Mevrouw Verlat bleef lang te bed en, tot over den middag, in hare kamer. Zij kwam beneden als men haar pastoor Doening aanmeldde. Zwijgend drukte zij hem de hand en ging zitten, op hare eigenste plaats, onder de marmeren kap der schouw. Pastoor Doening merkte dadelijk hare groote neerslachtigheid en hij bleef vóor haar rechtstaan en toe